DNA-onderzoek als uitkomst voor het vaststellen van het ouderschap
Bent u de biologische vader van uw kind? Dan hoeft dat niet altijd te betekenen dat u ook de juridische vader bent, en andersom. De juridische vader is de man die op het moment van de geboorte van het kind gehuwd is (of een geregistreerd partnerschap heeft) met de moeder van het kind. Bent u ten tijde van de geboorte niet gehuwd? En heeft u geen geregistreerd partnerschap? Dan wordt u pas juridisch vader op het moment dat u uw kind erkent bij de burgerlijke stand of bij notariële akte. Ook is het mogelijk dat de rechter het vaderschap vaststelt.
Gerechtelijke vaststelling ouderschap
Het ouderschap kan door de rechter worden vastgesteld op verzoek van de moeder. De moeder kan tenzij het kind de leeftijd van zestien jaar heeft bereikt, een verzoek doen tot vaststelling van het ouderschap. Dit dient zij te doen binnen vijf jaar nadat het kind is geboren, of binnen vijf jaar nadat de moeder bekend is geworden met de identiteit en verblijfplaats van de vermoedelijke verwekker. Ook het kind kan een verzoek indienen bij de rechtbank tot vaststelling ouderschap. Als het kind minderjarig is zal deze in de procedure vertegenwoordigd worden door een bijzondere curator. Het is aan de moeder of het kind om aannemelijk te maken dat de betrokkene de verwekker is. Staat niet vast dat de betrokkene de verwekker is, dan kan de rechter een DNA-onderzoek gelasten.
Ontkenning vaderschap
Andersom kan het ook zo zijn dat een juridische vader er niet zeker van is dat hij de verwekker is van het kind. Hij heeft dan de mogelijkheid om het vaderschap te ontkennen. Een verzoek daartoe moet door de vader worden ingediend binnen één jaar nadat hij bekend is geworden met het feit dat hij vermoedelijk niet de biologische vader is van het kind. Ook de moeder en het kind zelf kunnen een verzoek tot ontkenning vaderschap indienen. Een DNA-onderzoek kan uitkomst bieden op de vraag of de man de biologische vader van het kind is.
DNA-onderzoek
De rechter kan ook een DNA-onderzoek gelasten als de vader verzoekt om vervangende toestemming tot erkenning van het kind (omdat de moeder deze toestemming weigert) en voor de rechter niet onomstotelijk vast staat dat de man de verwekker is. Als de moeder weigert om mee te werken aan een DNA-onderzoek, kan de rechter desgevraagd bepalen dat de moeder medewerking moet verlenen en daar een dwangsom aan verbinden. Daarnaast kan de rechter uit de weigering om mee te werken aan een DNA-onderzoek de gevolgtrekkingen verbinden die hij gerade acht.