Na een scheiding kan het voorkomen dat één van de ouders als gevolg van bijvoorbeeld het krijgen van een nieuwe baan of partner graag met de kinderen zou willen verhuizen. Een vraag die mij vaak gesteld wordt, is of dat dit zomaar mag.
Ouderlijk gezag
De eerste vraag die van belang is, is of er sprake is van gezamenlijk ouderlijk gezag. In het bevestigend geval betekent dit dat de ouders over alle belangrijke beslissingen in het leven van de kinderen samen dienen te beslissen. Voor een verhuizing van de ene ouder met de kinderen is daarom toestemming van de andere ouder nodig.
Is er geen sprake van gezamenlijk ouderlijk gezag, dan betekent dit dat de verzorgende ouder de toestemming van de andere ouder voor een verhuizing met de kinderen niet nodig heeft.
Ouderschapsplan
Ten tijde van de echtscheiding wordt in de meeste gevallen tussen de ouders een ouderschapsplan overeengekomen. In een dergelijk plan staan alle afspraken met betrekking tot de kinderen. Hierbij kan gedacht worden aan de hoofdverblijfplaats, zorgregeling, kinderalimentatie etc. In het ouderschapsplan kunnen ook afspraken staan over eventuele verhuizingen. Deze afspraak kan zijn dat het iedere ouder is toegestaan om binnen een bepaalde straal in kilometers rondom de voormalig echtelijke woning of de school van de kinderen te verhuizen. Bij een voorgenomen verhuizing is het van belang om na te gaan of daarover in het ouderschapsplan al afspraken gemaakt zijn.
Beoordeling door rechter
Mochten de ouders bij een voorgenomen verhuizing niet tot overeenstemming komen, dan kan het geschil op grond van art. 1:253a BW aan de rechter worden voorgelegd. Het verzoek tot het verlenen van vervangende toestemming voor verhuizing wordt door de rechter aan de hand van de volgende in de jurisprudentie ontwikkelde criteria beoordeeld:
- De noodzaak om te verhuizen;
- De mate waarin de verhuizing is doordacht en voorbereid;
- De door de verhuizende ouder geboden alternatieven en maatregelen om de gevolgen van de verhuizing voor de minderjarige en de andere ouder te verzachten en/of te compenseren;
- De mate waarin de ouders in staat zijn tot onderlinge communicatie en overleg;
- De rechten van de andere ouder en de minderjarige op onverminderd contact met elkaar in hun vertrouwde omgeving;
- De verdeling van de zorgtaken en de continuïteit van de zorg;
- De frequentie van het contact tussen de minderjarige en de andere ouder voor en na de verhuizing;
- De leeftijd van de minderjarige, zijn mening en de mate waarin de minderjarige geworteld is in zijn omgeving of juist extra gewend is aan verhuizingen;
- De (extra) kosten van de omgang na de verhuizing.
De rechter zal per criterium nagaan hoe dit in de specifieke zaak moet worden beoordeeld. Een belangrijk onderdeel hierbij is dat de ouder die wenst te verhuizen deze verhuizing zo goed mogelijk heeft voorbereid. Waar gaat de ouder met de kinderen wonen? Waar gaan de kinderen naar school toe? Wat is het effect van de verhuizing op de zorgregeling en wat betekent dit voor de andere ouder? Tevens is van belang dat er sprake is van een economische of sociaal emotionele noodzaak om te verhuizen.
Al met al kijkt de rechter naar alle omstandigheden van het geval zodat het van cruciaal belang is dat bij het indienen van een verzoek bij de rechter aan alle bovengenoemde punten is gedacht.
Eerdere uitspraken
In de jurisprudentie komen verhuiskwesties de afgelopen jaren veelvuldig voor. Gelet op het feit dat co-ouderschap met gelijke verdeling van zorg- en opvoedingstaken ook steeds vaker voorkomt, zal een mogelijke verhuizing ook meer invloed hebben op de kinderen.
Door het Gerechtshof Den Haag (d.d. 8 juli 2009, ECLI:NL:GHSGR:2009:BJ5650) is aangegeven dat een afstand van 50 kilometer tussen de woningen van beide ouders geen inbreuk maakt op de mogelijkheid tot omgang tussen de niet-verzorgende ouder en het kind. Dat een verhuizing ertoe zou leiden dat de gebruikelijke spontane doordeweekse contacten met de andere ouder niet meer mogelijk zouden zijn, was voor het Hof Den Bosch (d.d. 17 oktober 2013, ECLI:NL:GHSHE:2013:4824) echter reden voor afwijzing van het verzoek tot vervangende toestemming voor een verhuizing.
De Hoge Raad (d.d. 13 april 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV2363) heeft overwogen dat het verlenen van toestemming voor een verhuizing ten tijde van een scheiding waarin de ouders nog niet tot de invulling van een ouderschapsplan zijn gekomen, de machtsbalans zou verstoren, waardoor het moeilijk zo niet onmogelijk wordt om op basis van gelijkwaardigheid een ouderschapsplan op te stellen.
Advies op maat
Uit voorgaande uitspraken kan niet worden afgeleid wat de maximale afstand is waarbinnen co-ouderschap mogelijk is of wanneer door de rechter wel of niet toestemming wordt verleend.
Indien u voornemens bent om te verhuizen met uw kinderen, neemt u dan vrijblijvend contact met mij op om e.e.a. door te nemen en te bezien welke stappen nodig zijn.