Na een scheiding komt het regelmatig voor dat de woning waarin u tijdens de relatie met uw ex-partner en eventuele kinderen woonde en van welke woning u dan wel u beiden eigenaar bent, verkocht moet worden. Gedurende de scheiding verblijft één van de partners (al dan niet met de kinderen) vaak nog in de echtelijke woning. In deze blog licht ik toe gedurende welke periode een ex-partner in de echtelijke woning mag blijven wonen en wat u kunt doen als uw ex-partner niet wil meewerken aan vertrek uit en het te koop zetten van de echtelijke woning. Tot slot licht ik ook toe wanneer de verkoop juist kan worden tegengehouden.
Hoe lang mag mijn ex-partner in de woning blijven wonen?
U kunt tijdens een scheidingsprocedure afspraken maken met uw ex-partner over wanneer de echtelijke woning te koop wordt gezet. Als u het daar niet over eens bent, kan aan de rechter worden gevraagd om uw ex-partner een termijn te geven voor het verlaten van deze woning. Er dient daarbij onderscheid gemaakt te worden tussen de periode tijdens de scheidingsprocedure en de periode nadat de scheiding is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.
Verblijf in woning tijdens scheidingsprocedure
Tijdens de scheidingsprocedure kan in een zogenaamde voorlopige voorzieningen procedure ex art. 822 Rv door één partner het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning worden gevraagd voor zolang de scheidingsprocedure duurt. Als hierover discussie bestaat zal de rechter een belangenafweging maken welke van de twee partners gezien de omstandigheden (zijn er kinderen, wie heeft de meeste zorg voor de kinderen, wat is ieders financiële positie etc.) het meeste recht heeft om in de woning te wonen. De beslissing van de rechter blijft van kracht totdat de echtscheiding is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.
Verblijf in woning na scheidingsprocedure
Ook nadat de echtscheiding door de rechter is uitgesproken en deze is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand, kan aan één van de partners het gebruik van de echtelijke woning worden toegekend. Deze mogelijkheid is neergelegd in art. 1:165 lid 1 BW en komt erop neer dat als een ex-partner ten tijde van de inschrijving van de echtscheiding in de registers van de burgerlijke stand in de echtelijke woning verblijft, deze ex-partner nog een termijn van zes maanden na inschrijving van de echtscheiding bevoegd kan zijn tot het gebruik en de bewoning van die woning. Er dient tegenover dit gebruik en de bewoning een redelijke vergoeding te staan. Dit wordt ook wel een gebruiksvergoeding genoemd.
Maatregelen verkoop echtelijke woning tijdens scheidingsprocedure
Wanneer uw ex-partner in de echtelijke woning verblijft en u vermoedt dat hij/zij ook na de inschrijving van de echtscheiding een extra termijn voor het gebruik van de woning wenst te verkrijgen, is het raadzaam om reeds tijdens de scheidingsprocedure de rechter te verzoeken maatregelen te treffen voor het verkoopproces van de woning. De woning kan immers al te koop worden gezet met inachtneming van de termijn van gebruik van uw ex-partner. Indien uw ex-partner niet meewerkt kan op voorhand al vervangende toestemming voor de verkoop van het huis worden gevraagd.
Wat te doen met de hypothecaire lasten?
Indien één van de partners gedurende en/of na het scheidingsproces in de echtelijke woning blijft wonen, is het raadzaam om afspraken te maken over de verdeling van de hypotheeklasten. U kunt bijvoorbeeld afspreken dat u deze lasten nog beiden voor de helft voldoet maar dit bijvoorbeeld wel betekent dat er minder of geen partneralimentatie betaald hoeft te worden. Of u spreekt bijvoorbeeld af dat de partner die het gebruik van de woning heeft, in het vervolg alle hypotheeklasten op zich neemt. Daarbij dient u wel de fiscale aftrek van de hypotheekrente voor ogen te houden.
Uw fiscaal partnerschap wordt verbroken zodra er én een verzoek tot echtscheiding is ingediend én een van de partners zich op een ander adres dan de echtelijke woning inschrijft.* Het verbreken van fiscaal partnerschap kan nadelig zijn voor uw hypotheekrenteaftrek. Het is verstandig u hierover te laten adviseren.
Hoe kan ik er voor zorgen dat mijn ex-partner uit de echtelijke woning vertrekt en meewerkt aan het te koop zetten van de woning?
Stel, de tussen u afgesproken termijn dan wel een door de rechter vastgestelde termijn voor gebruik van de echtelijke woning door uw ex-partner is verlopen maar uw ex-partner wil niet vertrekken. Als hiervan sprake is, kunt u zich met een kort geding procedure tot de rechter wenden. In deze procedure kunt u de rechter vragen diverse maatregelen te treffen met betrekking tot het vertrek van uw ex-partner uit de woning en eventueel het verder afhandelen van het verkoopproces van de woning.
Er kan daarbij ofwel vervangende toestemming worden gevraagd voor bepaalde handelingen (o.a. het aanwijzen van een makelaar, het vaststellen van de vraag- en laatprijs, het niet aanwezig zijn bij bezichtigingen etc.) of uw ex-partner kan op straffe van een dwangsom verplicht worden zijn/haar medewerking te verlenen aan bepaalde handelingen.
Wanneer kan de verkoop van de echtelijke woning worden tegengehouden?
Er zijn situaties denkbaar waarin het niet redelijk of wenselijk is dat de echtelijke woning verkocht wordt. Hiervan kan bijvoorbeeld sprake zijn als de woning onder water staat en de ex-partner die in de woning woont bereid en in staat is om gedurende een bepaalde periode de hypotheeklasten te dragen in de hoop dat de woning niet meer onder water komt te staan. Dit kan voor de andere partner gunstig zijn als de woning mede-eigendom is. Of er ontstaat door het vertrek uit de woning een noodsituatie qua huisvesting voor de ex-partner en de kinderen die in de woning wonen.
De ex-partner die in de echtelijke woning woont kan op grond van art. 3:178 lid 1 BW de rechter verzoeken de woning voor maximaal drie jaar onverdeeld te laten. Bij het onverdeeld laten van een woning zal een rechter opnieuw een belangenafweging moeten maken tussen het belang van de ene ex-partner bij behoud van de woning en het belang van de andere ex-partner bij verkoop. Deze belangenafweging is blijkens de jurisprudentie zeer casuïstisch. Er dient per geval bekeken te worden wat redelijk is.
Aan het onverdeeld laten van de woning kunnen haken en ogen zitten. Mijn collega Cynthia de Nijs heeft daar eerder dit jaar een blog over geschreven waar ik u graag naar verwijs.**
Wilt u meer weten over een mogelijke verkoop van de echtelijke woning of heeft u naar aanleiding van het voorgaande vragen? Neemt u dan vrijblijvend contact met een van onze advocaten op. Wij staan u graag te woord.
**