Legitieme portie opeisen
Mijn kantoorgenoot Coen van den End berichtte al eerder over de legitieme portie. De legitieme portie is het deel van de waarde van het vermogen van een erflater waarop zijn afstammelingen recht hebben. Deze afstammelingen heten de legitimarissen en hun recht de legitieme portie of de legitieme.
Bij de totstandkoming van het huidige erfrecht, dat uiteindelijk in 2003 in werking is getreden, heeft de legitieme portie flink onder vuur gelegen. Veel schrijvers vonden het een ouderwetse rechtsfiguur. Deze schrijvers stelden dat ieder mens de vrijheid moet hebben om met zijn vermogen te doen en laten wat hij wil. Het werd als betuttelend beschouwd als de overheid (door wetgeving) bepaalt dat een deel van het vermogen van een erflater naar zijn afstammelingen zou gaan, ongeacht de wil van de erflater.
Hoewel de legitieme portie in het huidige erfrecht nogal verschilt van die in het oude erfrecht, bestaat de legitieme dus nog steeds.
Redenen om de legitieme te handhaven zijn onder meer geweest:
- bescherming van oudere, kwetsbare personen, die beïnvloed worden door derden bij het opstellen van een testament: door handhaving van de legitieme wordt voorkomen dat deze beïnvloeding ertoe leidt dat de kinderen niets ontvangen;
- bescherming van de gemeenschap tegen kinderen, die een uitkering hebben: door ontvangst van de legitieme doen deze kinderen geen of een minder groot beroep op de door de samenleving gefinancierde uitkering.
Wat houdt de legitieme portie in en wanneer moet deze worden opgeëist?
Een legitieme portie geeft de legitimaris recht op een geldbedrag, niet een recht op afgifte van goederen. Dat geldbedrag bedraagt de helft van hetgeen de legitimaris zou ontvangen als erfgenaam. Dus als een erflater twee kinderen heeft en ieder kind heeft recht op de helft van de nalatenschap, bedraagt de legitieme portie een vierde.
De legitieme portie wordt berekend over de zogenaamde legitimaire massa. Die bestaat uit datgene wat er aan vermogen is op het moment van het overlijden van erflater plus de giften, die de erflater aan zijn kinderen en derden heeft gedaan. Dit geldt overigens niet voor alle giften, maar alleen die, die in de wet zijn vermeld.
Als het saldo van de nalatenschap klein is en vaststaat dat de erflater flink wat giften aan deze en gene heeft gedaan, kan het zinvol zijn de legitieme portie in te roepen. Het is dan immers zeer goed mogelijk dat de legitieme portie hoger is dat het erfdeel van de erfgenaam. Dat erfdeel wordt overigens in mindering gebracht op de legitieme portie. Dus als men als erfgenaam 100 zou krijgen en als legitimaris 150, dan krijgt men nooit meer dan die 150. Ook als nalatenschap wordt verworpen en men doet wel een beroep op de legitieme, dan wordt datgene wat men als erfgenaam had kunnen verkregen op de legitieme in mindering gebracht.
Is de nalatenschap te klein om de legitieme uit te betalen, dan kan de legitimaris van degenen die van erflater een gift hebben ontvangen of van degenen aan wie in het testament van erflater een geldbedrag of goed is toegekend, vorderen dat zij het ontbrekende bedrag betalen. Dit wordt ook wel “inkorting” genoemd.
Uiteraard dient de legitieme ook te worden ingeroepen als men is onterfd. Het beroep op de legitieme moet binnen vijf jaar na het overlijden van erflater zijn gedaan. Let op: de eventueel bij de afwikkeling van de nalatenschap betrokken notaris heeft niet de plicht de legitimaris te attenderen op het overlijden van erflater.
De vijf jaar termijn is een zogenaamde vervaltermijn. Als deze periode voorbij is, kan de legitieme niet meer worden ingeroepen.
De legitieme kan 6 maanden na het overlijden van de erflater worden opgeëist, behalve als er geen testament is, de nalatenschap volgens de wet wordt verdeeld en de echtgenoot van de erflater nog leeft. Dan zal het overlijden van de langstlevende echtgenoot afgewacht moeten worden. In dat geval is over de legitieme portie een rente verschuldigd, maar alleen als de wettelijke rente hoger is dan 6%.
Als de legitieme portie wel kan worden opgeëist, maar er kan nog niet worden betaald, dan is over de legitieme de wettelijke rente verschuldigd.
Legitieme portie en legaat
De legitieme portie moet niet verward worden met het legaat. Een legaat is het recht een goed of een dienst te vorderen uit een nalatenschap, welk recht aan iemand in een testament kan worden toegekend. U moet dan bijvoorbeeld denken aan het legaat van een auto. Degene die de auto gelegateerd krijgt, is de legataris. In beginsel heeft een legaat niets te maken met de legitieme portie.
Een legaat tegen inbreng is de verkrijging van een goed waar iets tegenover dient te staan. Men denke aan het legaat van een auto tegen de verplichting de waarde van de auto aan de nalatenschap te vergoeden.
Stiefkinderen en legitieme portie
De wet heeft rekening gehouden met de wens om stiefkinderen zoveel mogelijk te behandelen als eigen kinderen. Stiefkinderen hebben geen recht op een legitieme portie. Maar de wet bepaalt wel dat, als de erflater makingen of giften aan de stiefkinderen heeft gedaan, op die makingen of giften niet kan worden ingekort, behalve als de making of de gift meer dan tweemaal het bedrag bedraagt van de legitieme portie, die de stiefkinderen zouden hebben kunnen inroepen als zijn geen stiefkinderen, maar afstammelingen van de erflater waren geweest. Voor het begrip inkorting wordt verwezen naar de vorige paragraaf. Verkrijgt het stiefkind meer, dan kan voor het meerdere wel worden ingekort door de legitimarissen, aan wie de legitieme portie niet volledig kan worden uitgekeerd.
Stiefouder en legitieme portie
Als de erflater twee kinderen uit een eerste huwelijk heeft, hij trouwt voor een tweede keer en overlijdt, dan zullen in de meeste gevallen de stiefmoeder en de kinderen de erfgenaam zijn. Voor de kinderen geldt dat zij voor de inning van hun erfdeel danwel hun legitieme portie (als zij daar binnen vijf jaar na het overlijden een beroep op doen) zullen moeten wachten totdat de stiefmoeder overlijdt. Dit is alleen anders als de erflater een testament heeft opgesteld en daarin iets anders heeft bepaald. De kinderen kunnen, als zij op de uitbetaling van het erfdeel of de legitieme portie moeten wachten, wel zogenaamde wilsrechten kunnen uitoefenen. In mijn volgende blog zal ik daar nader op ingaan.
Legitieme portie en erfbelasting
Als de legitieme portie niet direct opeisbaar is (zie hierboven), dan zal er toch al erfbelasting betaald dienen te worden. Omdat de legitimaris echter nog geen geld ontvangt, kan hij van de langstlevende echtgenoot verlangen dat hij/zij de erfbelasting voorschiet.