Moeder houdt erkenning tegen, wat te doen?
In deze blog zal ik ingaan op de mogelijkheden die de Nederlandse wet biedt aan de verwekker van een kind om het betreffende kind te erkennen. Ik zal eerst ingaan op de Nederlandse wetgeving en vervolgens een aantal recente uitspraken bespreken.
Toestemming door moeder aan verwekker
Voor de erkenning heeft degene die het kind wenst te erkennen (in deze blog beperk ik mij tot de verwekker) de toestemming nodig van de moeder van het kind.
Indien de moeder de toestemming niet wenst te geven, bijvoorbeeld omdat er twijfels zijn over of de man die wil erkennen wel de biologische vader van het kind is, kan een DNA-onderzoek uitgevoerd worden, zodat daarover duidelijkheid ontstaat.
Het erkennen van een kind is niet mogelijk indien het kind al twee juridische ouders heeft (artikel 1:204 lid 1 sub e BW). Indien een man vermoedt de verwekker te zijn en het kind wenst te erkennen, doet hij er verstandig aan dit zo snel mogelijk aan de moeder mede te delen. De mogelijkheid bestaat namelijk dat de moeder een andere man (ook al is hij niet de biologische vader van het kind) toestemming verleent om het kind te erkennen of van plan is dat te gaan doen.
Vervangende toestemming erkenning
Indien de moeder de toestemming niet wenst te geven aan de verwekker, kan deze toestemming volgens de Nederlandse wetgeving door de toestemming van de rechtbank worden vervangen (artikel 1:204 lid 3 BW).
In mijn eerdere blog ‘DNA-onderzoek als uitkomst voor het vaststellen van het ouderschap’ is te lezen dat de rechter een DNA-onderzoek kan gelasten wanneer niet onomstotelijk vaststaat dat de man die de vervangende toestemming tot erkenning verzoekt, de verwekker is. In dat geval zal nadat het DNA-onderzoek is uitgevoerd, de zaak inhoudelijk worden behandeld.
De vervangende toestemming voor erkenning zal door de rechter niet worden gegeven indien dit de belangen van de moeder bij een ongestoorde verhouding met het kind schaadt of een evenwichtige sociaalpsychologische en emotionele ontwikkeling van het kind in het gedrang komt, zo volgt uit de wet (artikel 1:204 lid 3 BW).
De Hoge Raad heeft bij arrest van 16 februari 2001 (ECLI:NL:HR:2001:AB0032) reeds overwogen dat van schade aan de belangen van het kind slechts sprake is indien als gevolg van de erkenning er een reëel risico ontstaat dat het kind wordt belemmerd in zijn evenwichtige sociaalpsychologische en emotionele ontwikkeling. Dat het kind volgens de Hoge Raad weerslag zou ondervinden van de inbreuk die de erkenning maakt op zijn of haar gezinsleven met moeder, kan niet worden gezien als schade aan de belangen van het kind. Vaste jurisprudentie laat ook zien dat emotionele weerstand van moeder tegen de erkenning onvoldoende is om de vervangende toestemming niet te verlenen (Gerechtshof s’-Hertogenbosch 6 januari 2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:19).
Recente uitspraken
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwaarden heeft bij beschikking van 21 oktober 2021 (ECLI:NL:GHARL:2021:9984) het uitgangspunt dat zowel de minderjarige als vader er aanspraak op hebben dat hun relatie rechtens wordt erkend als familierechtelijke betrekking, benadrukt. In deze zaak kampte moeder met psychiatrische problematiek en is de minderjarige als gevolg daarvan langere tijd uit huis geplaatst. Het hof achtte deze omstandigheden onvoldoende voor afwijzing van het verzoek tot erkenning.
De rechtbank Zeeland-West-Brabant wees bij beschikking van 20 april 2022 (ECLI:NL:RBZWB:2022:2256) het verzoek tot vervangende toestemming erkenning af, mede gelet op het feit dat het de rechtbank onduidelijk was wat de bedoelingen van de man zijn geweest bij zijn verzoek. De man was zonder bericht niet verschenen op de mondelinge behandeling, er was geen bekend adres van de man in Nederland en ook de Raad voor de Kinderbescherming kon niet met de man in contact komen.
De rechtbank Rotterdam overwoog bij beschikking van 24 september 2021 (ECLI:NL:RBROT:2021:12101) dat het bezwaar van moeder dat de minderjarige door de erkenning automatisch de achternaam van vader zou krijgen, onvoldoende was om het verzoek af te wijzen. In deze zaak had de man de eerste twee kinderen van hem en moeder al erkend, reden waarom de achternaam van het derde kind met de erkenning zou wijzigen. Het belang van vader en kind bij het ontstaan van een familierechtelijke betrekking woog volgens de rechter zwaarder dan het belang van moeder bij behoud van de huidige achternaam van het kind.
Conclusie
Uitgangspunt is dat zowel het kind als de biologische vader recht hebben op het doen ontstaan van een familierechtelijke betrekking tot elkaar. Slechts in uitzonderlijke gevallen wanneer de ontwikkeling van het kind door de erkenning schade kan worden toegebracht, zal het verzoek van een verwekker om vervangende toestemming tot erkenning worden afgewezen.
Heeft u vragen over dit onderwerp, neemt u dan vrijblijvend contact met mij op zodat ik kan bespreken of ik al dan niet iets voor u kan betekenen.