Moet de waarde van mijn onderneming bij een echtscheiding verrekend worden als ik gehuwd ben op huwelijkse voorwaarden?
Veel ondernemers zijn gehuwd op huwelijkse voorwaarden. In deze blog leg ik uit hoe aan de hand van de huwelijkse voorwaarden beoordeeld moet worden of de waarde van de onderneming bij een echtscheiding tussen partijen verrekend moet worden.
De inhoud van de huwelijkse voorwaarden is hierbij bepalend maar deze kan per huwelijkse voorwaarde verschillen. De praktijk leert dat de meest voorkomende huwelijkse voorwaarden zijn: (i) koude uitsluiting, (ii) periodiek verrekenbeding en (iii) finaal verrekenbeding. Ik zal hieronder deze verschillende vormen toelichten.
Ad (i) Koude uitsluiting
Bij koude uitsluiting blijft al het vermogen, met uitzondering van het gezamenlijke vermogen, privé. Een onderneming blijft bij een scheiding dan buiten schot.
Bij koude uitsluiting is het uitgangspunt dat het vermogen dat is opgebouwd voor of tijdens het huwelijk, van degene blijft die dit vermogen heeft opgebouwd. De ondernemer behoudt de eigen onderneming en hoeft bij scheiding hierover niet financieel af te rekenen met zijn/haar partner.
Ook voor vermogensgroei als gevolg van gespaard inkomen geldt dat dit toekomt aan degene die het gespaarde inkomen verdiend/vergaard heeft. Ook spaargeld hoeft in beginsel niet gedeeld te worden.
Ad (ii): Periodiek verrekenbeding
Een periodiek verrekenbeding komt veel voor in huwelijkse voorwaarden. Partijen spreken dan af dat iedere gemeenschap van goederen wordt uitgesloten, maar dat het inkomen dat tijdens het huwelijk niet wordt uitgegeven aan het huishouden (het zogenaamde overgespaarde inkomen) jaarlijks moet worden vastgesteld en vervolgens bij helfte moet worden verrekend.
Wat precies met “inkomen” wordt bedoeld, wordt bepaald in de huwelijkse voorwaarden. Er staat in de huwelijkse voorwaarden in veel gevallen een inkomensbegrip uitgeschreven.
Het inkomensbegrip in huwelijkse voorwaarden
Daarbij kunnen verschillende keuzes worden gemaakt voor het inkomensbegrip: er kan gekozen worden voor een breed inkomensbegrip waaronder ook de winst uit onderneming (in het geval van een eenmanszaak of v.o.f.) of ondernemingswinsten (in geval van een B.V. of N.V.) valt, maar er kan ook gekozen worden voor een beperkt(er) inkomensbegrip door bijvoorbeeld alleen het genoten arbeidsinkomen onder het inkomstenbegrip te laten vallen.
Wanneer valt de waarde van de (aandelen van de) onderneming onder het verrekenbeding?
Wanneer u een periodiek verrekenbeding bent overeengekomen en u wilt weten of de waarde van de onderneming verrekend moet worden, dan zal beoordeeld moet worden met welk inkomen/vermogen de onderneming is opgericht. Is dit met inkomen/vermogen gebeurd dat onder het inkomensbegrip uit de huwelijkse voorwaarden valt, dan is er een reële kans dat de waarde van (de aandelen van) de onderneming verrekend moet worden. Of dit het geval is, zal per situatie beoordeeld moeten worden.
Wat als aan het periodiek verrekenbeding geen uitvoering is gegeven?
In de praktijk wordt aan een periodiek verrekenbeding tijdens het huwelijk vaak geen uitvoering gegeven. Er zijn simpelweg maar weinig echtgenoten die tijdens het huwelijk jaarlijks financieel gezien met elkaar de balans opmaken en vervolgens opgebouwd vermogen met elkaar delen. In veel gevallen wordt pas bij echtscheiding stilgestaan bij het aanwezig zijn van een periodiek verrekenbeding. Wanneer er niet tussentijds met elkaar is afgerekend bepaalt de wet dat verrekening alsnog moet plaatsvinden waarbij het uitgangspunt is ‘dat het bij de echtscheiding aanwezige vermogen wordt vermoed te zijn gevormd uit hetgeen verrekend moest worden, tenzij uit de eisen van redelijkheid en billijkheid in het licht van de aard en omvang van de verrekenplicht anders voortvloeit’.
Het voorgaande gaat overigens over de vraag of de waarde van de (gehele) onderneming tussen partijen verrekend moet worden. Een andere vraag is of eventuele in de onderneming opgepotte winsten tussen partijen verrekend moet worden. Wanneer de huwelijkse voorwaarden een inkomensbegrip bevat waaronder ook de opgepotte winsten vallen, volgt uit de wet dat opgepotte winsten in dat geval verrekend moeten worden. Of dit het geval is, zal aan de hand van uw huwelijkse voorwaarden moeten worden beoordeeld.
Ad (iii): Finaal verrekenbeding
Wanneer een finaal verrekenbeding in de huwelijkse voorwaarden is opgenomen, rekenen partijen bij een echtscheiding af alsof zij in gemeenschap van goederen zijn gehuwd. Er wordt dan uitgegaan van de fictieve situatie dat er geen huwelijkse voorwaarden zijn, maar dat alles 50/50 eigendom van de echtgenoten is.
Juridisch gezien is dan sprake van een ‘pseudo-gemeenschap’. Daarbij kan ervoor gekozen worden dat vermogen van de verrekening wordt uitgesloten. Bijvoorbeeld voorhuwelijks vermogen, erfenissen en/of schenkingen of (de aandelen van) een onderneming. Dit zal dan moeten blijken uit de tekst van de huwelijkse voorwaarden.
Indien de onderneming niet expliciet van de afrekening wordt uitgesloten, betekent dit dat de waarde op grond van het finale verrekenbeding verrekend moet worden.
Conclusie
Een eigen onderneming maakt een echtscheiding vaak extra gecompliceerd omdat beoordeeld moet worden of de waarde van de (aandelen van de) onderneming wel/niet verrekend of verdeeld moet worden. Ook is het de vraag of eventuele opgepotte winsten in het kader van echtscheiding gedeeld moeten worden met de andere partner. In deze blog geef ik enkele handvaten die hierbij gebruikt kunnen worden.
Wanneer u als ondernemer of als echtgenoot van een ondernemer in een echtscheiding terecht komt, is het van belang om samen met uw advocaat een goed plan van aanpak op te stellen en te beoordelen op welke wijze de onderneming bij de echtscheiding betrokken moet worden. SILK Advocaten & Mediators heeft veel ervaring en specifieke kennis als het gaat om de begeleiding van scheidende ondernemers. Voor nader advies raden wij u aan een afspraak te maken.